Een stap dichter bij een helder Fries preventiebeleid
Die open insteek maakte dat er veel ruimte was om elkaar te vinden. Dat kostte meer tijd dan verwacht, maar hierdoor zijn oude scheidslijnen nu wel weggevallen op lokaal niveau. Het is een belangrijke stap in de richting van een eenduidiger preventiebeleid. Want uiteindelijk zou elke Fries geholpen moeten worden, zonder te hoeven merken welke instantie die hulp verleent.
“Ik loop al wat langer mee in de werelden van de zorg en de overheid. Wat ik het mooie vind aan dit project, is dat nu eens niet van tevoren is bedacht wat eruit zou moeten komen. Dat zie je weinig.”
Aan het woord is Margreet de Graaf, directeur van GGD Fryslân. “Kudos voor de financieringssponsors Stichting De Friesland en Stichting Achmea Gezondheidszorg dat ze die ruimte daar ook voor hebben gegeven. Met de gemeenten konden we in dit geval eerst kijken welk vraagstuk we wilden onderzoeken, om daarna pas na te gaan welke partijen er nodig waren, hoe burgers mee te nemen, en hoe we alles met elkaar konden verbinden.”
Dat GGD Fryslân meedeed met Vitale Regio is bijzonder, omdat in andere regio’s de GGD’en vaak afwezig zijn in dit soort preventiecoalities. De Graaf ziet dat anders: “Ik vind het juist opmerkelijk dat de GGD in andere regio’s níet meedoet. Wij staan altijd met één been in de uitvoering van de zorg en met het andere been in de gemeente. Ik had me dit project niet zonder ons kunnen voorstellen.”
De Graaf haakte niet aan met het oog op het belang van GGD Fryslân zelf. “Maar wel met het oog op het volksgezondheidsbelang. Dit gaat over preventie, en het bijzondere is dat we hier twee benaderingen hebben gekoppeld. Vanuit de verzekeraar geredeneerd is preventie een zaak van het individu, terwijl de gemeenten zich richten op de leefomgeving, op het collectief. Hier hebben we gezocht naar een gezamenlijke aanpak; een geïntegreerde leefstijlinterventie om het mensen gemakkelijker te maken hun gedrag te veranderen. Je kunt dat op eigen kracht doen, maar wat is de rol van bijvoorbeeld school, een sportvereniging, het gezin, of de inrichting van de fysieke omgeving? Dat zijn factoren die van invloed zijn, en die hebben we in dit project geprobeerd mee te nemen.”
Leren in preventie
“Het project heeft als ondertitel ‘Leren in preventie’ meegekregen, en dat is heel erg waar gebleken”, zegt De Graaf. “Het zijn trage processen, maar die traagheid is gewoon het tempo waarin dit soort ontwikkelingen gaan. Je kunt je blindstaren op de dingen die ontbreken of in de weg staan, maar als je zoveel partijen bij elkaar wilt brengen, dan kun je het beste meebewegen en kijken: wat kan er wel? Hoe kunnen we het tempo zo uitlijnen dat ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid doet wat het beste is om te doen voor een bepaalde groep op een bepaalde locatie?”
Dat idee van leren in preventie komt ook naar voren in de manier waarop de professionals elkaars taal hebben leren verstaan en spreken. ”Niet blijven pingpongen over wie wat hoort te doen, maar werken vanuit collegialiteit en gedeelde verantwoordelijkheid.”
Wat hielp, was dat op bestuurlijk niveau het geld bewust buiten de discussie werd gehouden, zegt De Graaf. “We hebben de collegialiteit bewust benadrukt. Praten over financiering zou de discussie verkeerd beïnvloed hebben. We zijn nu juist anders in elkaars leven gestapt met de houding: welke mogelijkheden hebben we wél, wat kunnen we samen doen?”
Op naar de Friese Preventieaanpak
Vitale Regio Fryslân is afgerond, maar inmiddels is de Friese Preventieaanpak al van start gegaan. Welke lessen heeft De Graaf meegenomen? “Die zitten bijvoorbeeld in het onderdeel communicatie. Dat is nu veel groter neergezet. Een ander inzicht van Vitale Regio was hoe belangrijk de rol van een projectleider is. Maar dat je die tegelijk pas moet inzetten als de partijen samen ook voelen en erkennen dat daar behoefte aan is.”
Meteen top-down beginnen met een projectleider is in de Friese setting vaak contraproductief. “Bij Vitale Regio Fryslân werkte het goed wanneer we meebewogen op de energie die er lokaal al was rond een bepaald vraagstuk, en van daaruit gingen werken.”
De Graaf ziet Vitale Regio als een mooie opmaat voor een gestructureerd preventieprogramma met een heldere lijn, binnen een gedeeld eigenaarschap van alle deelnemers. “Het gaat erom dat je ontdekt hoe je dat gedeelde eigenaarschap effectief kunt invullen, zonder je helemaal vast te zetten in bepaalde rollen. Niet naar elkaar wijzen, maar samen de schouders eronder.”
Oog voor onderzoek
“Wat ik ook mooi vond aan dit project, is de aandacht voor onderzoek. We hebben ontdekt dat als je lokaal kijkt, zo’n groep vaak te weinig omvang heeft om stevige wetenschappelijk onderbouwde uitspraken te doen. Maar daarbij kwam ook het inzicht dat je ondertussen wel heel goede informatie over die groep zelf krijgt, of over een specifieke doelgroep. Je leert altijd iets.”
Die aandacht voor onderzoek ligt niet voor de hand. “Meestal gebeurt zoiets alleen onder druk van een geldschieter, maar in dit geval was er een intrinsieke leerhouding, de deelnemende partijen wilden er zelf wijzer van worden, en dat is goed bevallen. Ook de digitale manier van leren van elkaar - die we noodgedwongen door corona hebben ontwikkeld - wil ik graag vasthouden.”
Een droom voor de toekomst
“Mijn droom is dat alles wat je met elkaar ontdekt, invloed heeft in de werkelijkheid. Weten wat werkt door onderzoek te doen, delen van die kennis met elkaar en van daaruit je beleid bijstellen en het anders doen. Een eenduidiger, Fries beleid, dat aansluit op elkaar en er daarmee voor zorgt dat elke inwoner van de provincie de kans heeft langer gezond te blijven. Elke organisatie heeft daarin zijn eigen rol, maar mijn droom is dat de Fries van dat onderscheid niks merkt.”