Zorgpad vroegsignalering zwangeren: alleen kun je het niet

Hoe herken je dat een zwangere zich in een kwetsbare situatie bevindt? En hoe zorg je dan in een zo vroeg mogelijk stadium voor de juiste begeleiding? In Smallingerland was dit de inzet van het project ‘Zorgpad vroegsignalering zwangeren’. Een aanpak die vraagt om blijvende aandacht en vertrouwen tussen professionals, maar waarvan de meerwaarde duidelijk is. “Dit project is de ultieme vorm van preventie; het bijdragen aan een kansrijke start voor aanstaande ouders en hun kind.”
Signaleren en begeleiden
Zorgen dat een kind onder goede omstandigheden ter wereld komt, ook als de omstandigheden tegenzitten. Met dat doel werd in de gemeente Smallingerland gekozen voor een project dat draait om het opzetten van een ‘Zorgpad vroegsignalering zwangeren’. Eerder en beter een zwangere signaleren die in een kwetsbare situatie verkeert, zou ook de inzet van de juiste hulp en ondersteuning eerder en beter moeten laten verlopen. Tegelijk werd een onderzoekslijn opgestart om het implementatieproces van dit zorgpad te monitoren.
Het project bracht veel mensen samen uit een grote verscheidenheid aan organisaties. Professionals uit het Verloskundig Samenwerkingsverband (VSV) vormen de grootste groep binnen dit projectteam. “Je hebt rond dit zorgpad veel partijen nodig. Dat is best ingewikkeld”, zegt een van de teamleden. “Gelukkig willen zorgverleners graag meedenken in inhoudelijke projecten. Maar het ontbreekt hen zelf vaak aan tijd om zo’n project gestructureerd neer te zetten. Daarom is een externe projectleider zoals we die voor dit project hebben noodzakelijk.”
Samenwerking voorbij het eigen domein
Het nieuwe zorgpad vroeg om een koppeling tussen het sociale en het medische domein. “Dat is het mooie van deze aanpak. De zwangere, het kind en hun omgeving staan centraal. De groep professionals die ‘eromheen staat’, streeft er gezamenlijk naar dat deze mensen op de juiste plek worden geholpen.” Concreet zijn de samenwerkingslijnen versterkt tussen het VSV, het gebiedsteam/sociaal domein (jeugdzorg en WMO), de POP-poli, jeugdgezondheidszorg, medisch maatschappelijk werk, welzijn (opvoedingsondersteuning), verslavingszorg en het project Stoppen met roken.
Maar ook binnen de keten van geboortezorg trad een verbetering op van de samenwerking tussen de kraamzorg, de eerste- en tweedelijnsverloskundigen, de tweedelijnszorg en andere partijen.
“Dat is het mooie van deze aanpak. De zwangere, het kind en hun omgeving staan centraal. De groep professionals staat eromheen.”
Bekendheid schept onderling vertrouwen
De bredere samenwerking leidt ertoe dat iedereen in de keten een beter inzicht heeft gekregen in ‘wie wat doet’. Men is beter op de hoogte van elkaars rol en plek rondom de geboortezorg. Dat komt overigens niet alleen door dit project, maar ook door andere projecten waar deze professionals elkaar tegenkomen, zoals het traject Kansrijke Start. “We hebben binnen het project ook veel aandacht besteed aan het leren spreken van elkaars taal.”
De deelnemers zijn positief: “De samenwerking betekent ook, dat we als professionals de mogelijkheid hebben om meer bij onze eigen leest te blijven. We hebben er op leren vertrouwen dat de cliënt in goede handen is bij de collega die het probleem vanuit zijn of haar specifieke expertise oppakt. En heel belangrijk: we zien dat deze duidelijkheid bij ons als professionals ook meer duidelijkheid voor cliënten oplevert.”
Het zorgpad vraagt om een brede ‘tweede’ cirkel van expertise om de gynaecologische, verloskundige en kraamzorg heen. Dit stelt wel hoge eisen aan de opbouw van de samenwerking. Het vergt veel inspanning van de deelnemers, geven zij aan: “Omdat de werkwijze anders is dan men normaal gesproken gewend was, kost het de organisaties tijd om alles goed te implementeren en de samenwerking goed op poten te zetten. Maar ook om te zorgen dat het zorgpad in stand blijft. Want omdat de nieuwe werkwijze zeker in het begin extra inspanning vraagt, zijn professionals geneigd om de eigen geitenpaadjes te blijven gebruiken. Via hun eigen ‘oude’ netwerk zaken te regelen dus. Het vereist alertheid van allen, dat we doen wat afgesproken is en het juiste zorgpad bewandelen.”
Wensen en verbeteringen
Als onderdeel van het project is de professionals gevraagd waar ze nog behoefte aan hebben. Daarbij bleek op een aantal gebieden handelingsverlegenheid te bestaan. Daarom is er een cursus gespreksvoering georganiseerd voor verloskundigen en kraamverzorgenden. Daar was veel belangstelling voor.
Verder werd duidelijk dat bij de doorontwikkeling van het zorgpad meer gebruik gemaakt moet worden van de input en ervaringen van cliënten. “Achteraf was het mooi geweest als we bijvoorbeeld een ‘moedergroep’ hadden gehad”, aldus één van de medewerkers aan het project. “Maar dat is voor een volgende fase.”
Hoe nu verder?
Het zorgpad staat, de intentieverklaring is getekend. Iedereen moet er nu consequent mee leren werken. Het implementatieproject kan worden afgesloten, maar de samenwerking, het ‘onderhoud’ en de verdere ontwikkeling van het zorgpad gaat door. “We blijven ons hiervoor inzetten”, zegt een van de projectleiders. “Er zijn ambities voor de toekomst, zoals de bredere uitrol van het zorgpad binnen de provincie. Op een aantal plaatsen werkt men er al mee, maar het helpt als we dit pad breder gaan inzetten. We krijgen immers ook zwangere cliënten uit andere gemeenten of regio’s. Daarnaast willen we een zorgpad Roken ontwikkelen en verbinding met andere projecten leggen, zoals de Friese Preventieaanpak en het programma ‘Nu Niet Zwanger’.”